Besteed jij genoeg aandacht aan de belangrijkste relatie in je leven?

Besteed jij genoeg aandacht aan de belangrijkste relatie in je leven?

Inmiddels is in heel Nederland de zomervakantie aangebroken. Een tijd om wat meer te kunnen ontspannen na de hectische maanden met een derde Covid-golf en nog meer uitgestelde zorg.

Een periode om wat meer tijd en aandacht te kunnen schenken aan je relaties. Je man, je kinderen, je vrienden, je familie. Relaties zijn een groot en zeer belangrijk onderdeel van ons leven en ons gevoel van geluk en welzijn.

Maar wat is eigenlijk de belangrijkste relatie in je leven?

Juist: de relatie met jezelf!

Het is de langste en de sterkste relatie die je ooit zult hebben.

En hoe is die relatie op dit moment?

Behandel je jezelf net zo zorgzaam en vriendelijk als je andere relaties? Of ben je streng voor jezelf, gun je jezelf geen vrije tijd en zet je jezelf op de laatste plaats? Ook in de vakantie?

Het lastige is dat we geen keuze hebben. Als het gaat om vrienden en kennissen is het makkelijker om te kiezen met wie je tijd wilt doorbrengen en met wie juist niet. (Ook al vinden vrouwen dat ook vaak nog moeilijk!). Je maakt graag een afspraak met die gezellige, positieve buurvrouw, maar liever niet met die collega die altijd loopt te klagen.

Jezelf kun je niet ontlopen. We proberen dat misschien soms wel door ons in het werk of allerlei activiteiten voor anderen te storten. Door ons onder te dompelen in een verslavende Netflix-serie of toch een glaasje wijn teveel te drinken. Je hebt het gewoon met jezelf te rooien.

Je kunt niet van jezelf scheiden. Als de relatie met jezelf niet goed is zit je de rest van je leven als het ware in een ongelukkig huwelijk. En in dit geval is de enige die daarvoor verantwoordelijk is jijzelf. Je kunt niemand anders de schuld geven… 😉

Hoe word je een betere vriend van jezelf?

Hoe verbeter de niet altijd zo gezonde relatie met jezelf?

1. Besef dat het niet aan jou ligt. We zijn allemaal het product van onze genen, opvoeding, cultuur, opleiding en gebeurtenissen in ons leven. Vrouwen leggen de lat hoog voor zichzelf: ze willen, gevoed door hun socialisatie als hoog-opgeleide vrouw in de 21e eeuw een perfecte dokter, partner, moeder, dochter, vriendin en wat al niet meer zijn. Wees dus mild voor jezelf. (veel meer over deze socialisatie als vrouw en dokter lees je in mijn boek Veerkracht voor Vrouwelijke artsen)

2. Ontwikkel een vriendelijke houding naar jezelf. In relaties met andere mensen accepteer je wel dat zij niet perfect zijn. Vergeef je hun fouten, lach je om lastige eigenschappen, sla je een arm om iemand heen omdat hij of zij het moeilijk heeft. Gewoon, omdat je van ze houdt. Kijk eens of je hetzelfde bij jezelf kunt beginnen te doen. Jezelf kunt behandelen zoals je beste vriendin.

3. Zorg goed voor jezelf. Neem regelmatig rust. Doe dingen jij echt leuk vind. Maak tijd voor jezelf vrij, ook in de vakantie. Maak keuzes die goed zijn voor jou. Doe een kwispelcheck.

4. Creëer zoveel mogelijk positieve emoties. Als tegenwicht tegen onze negativity bias is het behulpzaam zoveel mogelijk positieve emoties te creëren. Bijvoorbeeld door het beoefenen van dankbaarheid (ook voor jezelf!). Nog meer tips voor een dosis positieve energie vind je hier.

5. Bouw een selfcare-stop in. Als het weer eens veel te druk is, er iets tegenzit of je merkt dat je toch weer kritisch op jezelf bent doe dan een selfcare-stop. Een korte pauze met 4 stappen.

Stap 1: Mindfulness. Erken dat dit een moeilijk moment voor je is. Jezelf toestaan te voelen precies zoals je je nu voelt.

Stap 2: Common humanity. Realiseer je dat wat jij nu voelt door veel anderen in dezelfde situatie ook zo zou worden ervaren. Je bent niet de enige. Worstelingen en gedoe horen nu eenmaal bij ons mens-zijn.

Stap 3: Vriendelijkheid. Spreek jezelf vriendelijk en bemoedigend toe. Net zoals je bij een goede vriend of vriendin in dezelfde situatie zou doen.

Stap 4: Vriendelijke, zorgzame actie: Vraag jezelf af, wat heb ik nu nodig? Misschien kun je iets doen om het jezelf wat makkelijker en aangenamer te maken (een paar keer diep ademhalen, een kopje thee halen, een vriendin bellen) of misschien moet je juist een stevig in actie komen (die lastige brief nu schrijven, een grens stellen, iets afzeggen).

Ik lijk Siri wel!

Ik lijk Siri wel!

‘Ik lijk Siri wel!’

Deze uitspraak hoorde ik vorige week van een vrouwelijke dokter.

‘Mensen willen voortdurend iets aan mij vragen, iets van mij weten. Of ze willen dat ik dingen voor hen regel. Assistentes storen mij de hele tijd tijdens mijn spreekuur. Patiënten zijn sinds de hele Corona-crisis veel meer wantrouwend ten aanzien van de medische wetenschap. Ik moet veel meer uitleggen. En als ze niet vanwege de lange wachtlijsten en inhaalzorg niet snel terecht kunnen voor een afspraak vragen ze mij om te bellen: ‘als u zelf belt, dokter, dan is het zo geregeld.’

Thuis gaat het net zo. Mijn kinderen vragen waar hun favoriete shirt of hun sporttas is gebleven. Mijn man vraagt wanneer we ook alweer op vakantie gaan en gaat er vanuit dat ik de kaartjes voor de schouwburg regel nu dat weer kan. Ik word gek van al dat gezeur aan mijn hoofd!’

Voel jij ook soms een soort Siri (of Alexa, of Google-assistant of Bixby)? Zo’n ingebouwde persoonlijke assistent die altijd beschikbaar is, op (bijna) alles antwoord weet, die het leven van de gebruiker makkelijker wil maken en waar je maar tegen hoeft te roepen?

Of ben jij meer een duizenddingendoekje?

Zo’n doekje dat je overal voor kunt gebruiken. Stof afnemen, aanrecht schoonmaken, vlekken verwijderen, ramen streeploos wassen, kruimels bij elkaar vegen, afdrogen, snoetjes poetsen, billen afvegen en ga zo maar door.

Zo’n doekje dat alle problemen wegveegt als stof op een vensterbank. Die begrip heeft voor elk standpunt. Die zonder morren elke opdracht uitvoert. Die het ‘vuile werk’ opknapt, dat lastige gesprek nog wel even doet. Die extra taak, die niemand wil, nog wel op zich neemt en ga zo maar door.

Hoe komt het dat jij je Siri of een duizenddingendoekje voelt???

Ten eerste omdat je gewoon echt goed bent in een aantal dingen!
Je bent slim. Je weet veel. Je bent gestructureerd. Je hebt overzicht. Je weet in hectische situaties je hoofd koel te houden. Je bent lekker praktisch en weet hoe je snel en handig dingen kunt regelen. Je bent goed met mensen. Je weet wat ze nodig hebben. Je blijft geduldig en kalm. Je bent vriendelijk en behulpzaam.

En ten tweede omdat je bent doorgeschoten in je talenten.
Je voelt je (over-)verantwoordelijk voor de gang van zaken en de mensen om je heen. Je bent (te) zorgzaam voor je patiënten, collega’s, naasten, maar niet voor jezelf. Je wilt alles (te) goed doen. Je wilt iedereen te vriend houden en je stelt geen grenzen.

Je vindt het vanzelfsprekend dat je dit allemaal doet (en je omgeving inmiddels ook). Je weigert nooit eens dienst als vraagbaak, probleemoplosser, regelaar.

En je hebt er ook last van: je voelt je moe, gefrustreerd, ontevreden, overbelast en ondergewaardeerd.

Wat kun je hieraan doen?

1. Waar gedraag jij je als Siri of Duizenddingendoekje?
Sta eens even stil bij de situaties waarin dit gebeurt. Schrijf dat eens voor jezelf op. En ook wat de gevolgen daarvan zijn: voor jou en voor je omgeving.

2. Wat heb jij nodig om het anders te gaan doen?
Wat heb je nodig van een ander? Wat heb je nodig van jezelf? Geef om jezelf en geef jezelf toestemming om keuzes te maken in wat je wel en niet doet.

3. Begin met een eerste kleine stap.
Kies een gebied of situatie waarin je vanaf nu anders gaat reageren. Zeg bijvoorbeeld ‘ik weet het niet’ als je kind vraagt waar zijn hockeystick is gebleven (ook al weet je het wel). Zeg ‘dan kan ik niet’, tegen een extra vergadering op je werk (ook al kun je wel). Zeg ‘dat gaat nu niet’ als iemand je vraagt iets te doen (ook al kun jij het slimmer en sneller dan die ander).

Een nieuwe kijk op ontevredenheid en ander ongemak

Een nieuwe kijk op ontevredenheid en ander ongemak

We voelen allemaal geregeld ontevredenheid of ongemak. Dat is heel menselijk. Het samenwerken en samenleven met anderen veroorzaakt naast warmte en verbinding nu eenmaal ook wrijving en schuring.

We hebben de neiging deze gevoelens niet te willen voelen. We willen er vanaf. Zo zijn we geprogrammeerd: het onaangename willen we zo snel mogelijk kwijt raken. Het fijne en aangename willen we zo lang mogelijk vasthouden.

Ons kritische deel staat klaar om oplossingen te bedenken en als dat niet snel genoeg lukt helpt ons vermijdende deel om onze kop in het zand te steken en ons af te leiden. Door bijvoorbeeld hard te werken en maar door te gaan of steeds de telefoon te pakken.

Toch kan het heel nuttig en leerzaam zijn om eens stil te staan bij deze ontevredenheid, onrust en ongemak.

Zo was ik zelf al een tijdje ontevreden bij een instituut waar ik trainingen geef. Eerst probeerde ik dat gevoel te negeren: ik vind het zo leuk om deze trainingen te geven. Daar wil ik niet mee stoppen. Toen begon ik tegen mezelf te zeggen dat ik me niet zo moest zeuren: het kan niet allemaal perfect zijn.

Maar toen viel er weer iets voor, waardoor ik het gevoel niet meer kon wegduwen. 

Toen ik me afvroeg welk gevoel er onder die ontevredenheid schuil ging was het frustratie. Frustratie dat er steeds opnieuw dingen voor mij werden bepaald. Zonder overleg vooraf.

Er werden verschillende waardes van mij geraakt. Rechtvaardigheid, samen tot een oplossing komen, autonomie.  Er werd niet aan die waardes voldaan. Ik merkte dat vooral het gebrek aan autonomie me dwarszat. Ik ben blijkbaar niet voor niets zelfstandig ondernemer geworden 😉

Ik zag ook in, dat hier geen verandering in zou komen. De loondienstconstructie en de grootte van het instituut zouden mij nooit de autonomie kunnen bieden die ik wens. Ik heb mijn contract dan ook opgezegd.

Dit is geen oproep om je baan op te zeggen als het je ergens niet bevalt!

Maar wel om je een nieuwe kijk te geven op lastige emoties. Om er bij stil te staan. En je af te vragen wat deze gevoelens je willen zeggen. Ze zijn er niet om je te pesten of het leven moeilijk te maken, maar om je iets duidelijk te maken.

Elke vorm van stress is altijd een teken dat er iets aan de hand is dat ons aan het hart gaat. Zoals Steven Hayes (een van de bedenkers van ACT, Acceptance & Commitment Therapy) zegt:

We care where we hurt and we hurt where we care

Met andere woorden onaangename emoties brengen je dichter bij je behoeftes, verlangens en waarden. Het is heel handig om die te weten.

Emotie komt van het Latijnse woord emovere of exmovere: in beweging brengen. Emoties helpen je om in actie te komen om je doelen te bereiken en om een zinvol, gelukkig leven te leiden.

1. Wat voor lastige, onaangename gevoelens ervaar jij op dit moment?
Onrust, onmacht, verdriet, frustratie, twijfel, eenzaamheid, of iets anders?

2. Waar zou je je niet druk om moeten maken om dit niet te voelen? Hier geen last van te hebben?
Is dat onrechtvaardigheid, het welzijn van je kinderen, een goede sfeer op je werkplek, begrip en waardering voor elkaar, …. vul maar in.

3. Kom in beweging: welke kleine stap kun je nu zetten om iets dichter bij jou behoeften en waarden uit te komen?
Kun je even iemand bellen om je hart te luchten en gehoord te worden? Geef je je kind een extra knuffel? Neem je een bosje bloemen mee voor die fijne collega?
Of is er nu eigenlijk toch een grotere stap nodig?

Wil je daar op een positieve, slimme manier mee aan de slag?
Lees dan Veerkracht voor vrouwelijke artsen.

Een voorproefje over ons (te) oude brein in een nieuwe wereld lees je hier.

Word jij wel gehoord?

Word jij wel gehoord?

Mijn vorige blog heeft heel wat reacties opgeroepen!

De meesten vonden het vooral een systeem-probleem of toch op z’n minst een combinatie van systeem en individueel probleem.

Een ander ‘systeem-probleem’ waar wij als vrouwelijke artsen mee te maken hebben is de masculiene (medische) cultuur waarin we leven en dus ook werken.

De medische omgeving is nog steeds masculien in de zin dat ze daadkracht, kennis, competitie, zakelijkheid en resultaten hoog waardeert. Het is een soort apenrots.

Feminiene eigenschappen als empathie, samenwerking, harmonie, collegialiteit en duurzame kwaliteit, die je juist in de zorg zou verwachten, staan lager in de pikorde.

Ondanks dat er zoveel vrouwen werken is de gezondheidszorg nog steeds ‘a man’s world’.

In een coachgesprek met Amy* kwam dit ook aan de orde. Ze werkt als internist in een groot perifeer ziekenhuis.

Ze beschrijft hoe ze de vorige maatschapsvergadering, na lang aarzelen, de indeling van de poli’s ter sprake heeft gebracht. Die staan nu steeds overvol. De spreekuren lopen uit, ze blijft met een berg administratie zitten die nog ergens gedaan moet worden. En ze kan zo niet de kwaliteit van zorg leveren die ze wil.

Daarnaast zetten de assistentes de meer complexe patiënten met veel multimorbiditeit liefst bij haar en haar vrouwelijke collega neer. Ze weten al van tevoren dat deze patiënten anders ontevreden zijn en alsnog bij een andere arts een afspraak willen hebben. Op deze manier is de werklast wel heel erg oneerlijk verdeeld en haar spreekuur loopt nog meer uit.

Een van de mannelijke collega’s keek geïrriteerd op zijn horloge, onderbrak haar verhaal en zei dat ze maar iets aan haar time-management moest gaan doen. Hij liep zelf nooit uit. Bovendien was het toch fijn dat ze eindelijk weer eens wat productie konden draaien na de terugval vorig jaar door Covid. De rest van de maatschap (behalve haar vrouwelijke collega) knikte daarbij instemmend.

Ze was zo verrast door deze reactie dat ze vervolgens haar mond maar heeft gehouden.

Dit is een typisch voorbeeld van botsende feminiene en masculiene waarden.

Vrouwen hebben daar over het algemeen meer last van dan mannen. Zij ervaren vaker dit waardenconflict: het gaat om geld, niet meer om mensen. Ze willen ook graag op een harmonieuze manier samenwerken en aardig gevonden worden. Als ze dan zo bot worden afgekapt klappen ze dicht. Ze weten niet goed hoe ze met deze dominante stijl moeten omgaan.

Ze worden vaker niet gehoord.

Hoe ervaar jij dit in je (werkende) leven?

Word jij wel gehoord?

 

Vrouwen en mannen zijn wel gelijk maar niet hetzelfde. We hoeven ons dan ook niet mannelijk te gaan gedragen. Maar we kunnen naast de Yin ook wel wat Yanggebruiken.

Jezelf (blijven) uitspreken en zorgen dat je gehoord wordt is eng.

Dat vraagt moed.

Daar sta ik ook bij stil in mijn nieuwste boek ‘Veerkracht voor vrouwelijke artsen’, dat eind maart is verschenen.

Hier kun je een stukje uit mijn boek lezen. Het is onderdeel van hoofdstuk 5 ‘Durven’.

Jouw stem is ook belangrijk, dus laat jezelf horen!

* ivm privacy heb ik naam en omstandigheden aangepast.

 

 

Ben ik wel een goede coach?

Ben ik wel een goede coach?

Tja, dit is een vraag die ik mijzelf al vaker heb gesteld.

Om meerdere redenen…

Natuurlijk vraag ik mij zoals ieder mens (en vooral vrouw!) af of ik eigenlijk wel geschikt ben voor wat ik doe. Dit is het befaamde imposter-syndroom: de angst door de mand te vallen.

En ‘Iedereen noemt zich tegenwoordig coach’. Waarom zou ik anders zijn dan al die anderen die zich zo noemen? 

Of als een cliënt vast blijft zitten in oude patronen, een terugval heeft, of toch meer gebaat is bij psychiatrische hulp.

Allemaal redenen om mezelf die vraag te stellen: ben ik wel een goede coach?

Gelukkig heb ik in de loop van de jaren veel geleerd en kan ik met zelfcompassie naar deze twijfels kijken. Daarnaast heb ik zelf ook een (goede) coach/supervisor.

De reden waarom ik nu de vraag stel is omdat ik de laatste tijd veel jonge AIOS en ANIOS in mijn praktijk heb gehad, die twijfelen of ze wel het juiste vak hebben gekozen. En welk specialisme dan het minst slechte is om een ‘normaal leven’ mee te kunnen combineren.

Het zijn allemaal getalenteerde, hardwerkende, menselijke dokters, die zich afvragen of ze wel in het huidige gezondheidszorgsysteem willen blijven. Met alle eisen en verwachtingen van dien. Met een hoge werkdruk en onregelmatige diensten. Met veel administratie en weinig autonomie. Met hoge investeringen (tijd, promotie, uitstel gezin) en steeds minder baanzekerheid.

Ik help deze dokters scherp te krijgen wat ze nu echt zelf willen en de voor hen juiste keuzes te maken. Ik begeleid ook de wat meer ervaren artsen om de balans tussen werk en privé weer op orde te krijgen.

We werken aan zelfcompassie, grenzen stellen en zingeving. 

Maar we doen niets aan het systeem.

Ben ik wel een goede coach als ik individuele artsen help overeind te blijven in een systeem dat potentieel ziekmakend is? Hen leer hoe ze goed voor zichzelf moeten zorgen om het zware werk vol te kunnen houden? Of supergoede dokters tot het inzicht zie komen dat ze uit lijfsbehoud liever een baan buiten de zorg zoeken? 

Houd ik het systeem daarmee juist niet in stand?

Ben ik daarmee zelf misschien wel onderdeel van het systeem…?

In ons boek Hart voor de dokter sta ik hier ook bij stil en gebruik ik de volgende quotes:

‘You only want to make me more resilient so you can further increase my workload.’ Shanafelt (2017)

‘Physicians… need enlightened leaders who recognise that medicine is a human endeavour and not an assembly line.’ Epstein (2016)

 

‘Het meeste uit artsen halen is niet hetzelfde als het beste uit artsen halen.’

‘Although there is evidence that resilience can protect people from the negative effects of stress, it is not a panacea and the demands of medicine may challenge the resources of even the most resilient doctors’. Kinman (2018) 

Ik ben heel benieuwd hoe jij hierover denkt!

Is de hoge werkdruk en stress onder artsen een systeemprobleem of een individueel probleem?

Laat het me hier weten.

Ik denk in ieder geval wel dat als je goed in je vel zit je meer energie en veerkracht hebt om het systeem van binnenuit te kunnen helpen veranderen.En de zorg en haar werknemers een gezonde, duurzame en kwalitatief hoge toekomst te bieden.

Daar draag ik graag mijn steentje aan bij!

Maak jij ook deze denkfout?

Maak jij ook deze denkfout?

Hoewel ik een latte of cappuccino op zijn tijd heerlijk vind, drink ik vooral thee. Verse gember, citroengras- of muntthee. Maar ook de zakjes van Yogi Tea. Op elke labeltje staat een spreuk.

Meestal passen de spreuken wel in ‘mijn straatje’, maar vorige week was ik onaangenaam verrast door de volgende spreuk:

Compassie is helemaal niet het constant
van jezelf aan anderen geven!
 
Dat is een denkfout.

 

Compassie is het natuurlijke vermogen om je betrokken te voelen bij pijn en lijden, met de wens om deze pijn en dit lijden te verlichten en daarin verantwoordelijkheid te nemen.

Met name op dit laatste punt gaat het bij veel vrouwelijke artsen mis: ze voelen zich erg betrokken bij de problemen van anderen en willen graag helpen die te verlichten. Daarin gaan ze makkelijk te ver.

Ze ‘denken’ dat zij verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de ander. Dat ze tot het uiterste moeten gaan om te helpen. Dat ze zichzelf helemaal moeten geven. Als dokter, als moeder, als dochter, als vriendin.

Net als Eva*, die werkt als specialist ouderengeneeskunde. Zij is pas 43, maar wel de arts die het langst bij deze organisatie werkt. Ze kan het goed vinden met de verzorgenden, de psycholoog en de paramedici die betrokken zijn bij de zorg. Toen, midden in de Covid-periode, het teamhoofd en een van de artsen ontslag nam, voelde zij het als haar verantwoordelijkheid om te zorgen dat alles goed bleef lopen. Ze nam extra taken op zich en bood een luisterend oor aan het team. Twee weken geleden belde ze me op, omdat ze het gevoel had tegen een burn-out aan te zitten.

Of zoals Sigrid*, oncoloog. Ze vindt het ongelooflijk moeilijk om te zien wat deze Covid-periode doet met ‘haar’ patiënten. Behandelingen worden soms uitgesteld. Patiënten durven niet naar het ziekenhuis te komen uit angst besmet te raken. En er zijn ineens minder kankerdiagnoses. Het gaat haar allemaal enorm aan het hart. Daarnaast heeft ze zorgen om haar middelste zoon. Die trekt zich steeds meer terug en reageert soms weer met woede-aanvallen. Tijdens ons kennismakingsgesprek blijkt dat ze sinds het begin van de eerste lockdown eigenlijk nog geen dag echt voor zichzelf heeft gehad. Ze is steeds maar in de weer om voor iedereen te zorgen…

Met verantwoordelijkheid in bovenstaande definitie van compassie wordt iets anders bedoeld. Het gaat om de verantwoordelijkheid in actie te komen waar het kan, maar ook tot zover het kan. Het gaat dus om de juiste maat.

Veel zaken zijn buiten je controle en het leven is nu eenmaal onvoorspelbaar en rommelig.  Dat is afgelopen jaar wel heel duidelijk geworden. Het is van belang onderscheid te maken tussen je cirkel van invloed en betrokkenheid.

En het is van belang ook begripvol, vriendelijk en ondersteunend naar jezelf te zijn.

Je maakt als het ware een U-turn.

Je geeft jezelf dezelfde behandeling als je bij al die anderen doet. Je herstelt daarmee je denkfout. Je bent niet constant aan het geven, maar je ‘neemt’ ook.

* ivm privacy heb ik naam en omstandigheden aangepast