Een nieuwe kijk op ontevredenheid en ander ongemak

Een nieuwe kijk op ontevredenheid en ander ongemak

We voelen allemaal geregeld ontevredenheid of ongemak. Dat is heel menselijk. Het samenwerken en samenleven met anderen veroorzaakt naast warmte en verbinding nu eenmaal ook wrijving en schuring.

We hebben de neiging deze gevoelens niet te willen voelen. We willen er vanaf. Zo zijn we geprogrammeerd: het onaangename willen we zo snel mogelijk kwijt raken. Het fijne en aangename willen we zo lang mogelijk vasthouden.

Ons kritische deel staat klaar om oplossingen te bedenken en als dat niet snel genoeg lukt helpt ons vermijdende deel om onze kop in het zand te steken en ons af te leiden. Door bijvoorbeeld hard te werken en maar door te gaan of steeds de telefoon te pakken.

Toch kan het heel nuttig en leerzaam zijn om eens stil te staan bij deze ontevredenheid, onrust en ongemak.

Zo was ik zelf al een tijdje ontevreden bij een instituut waar ik trainingen geef. Eerst probeerde ik dat gevoel te negeren: ik vind het zo leuk om deze trainingen te geven. Daar wil ik niet mee stoppen. Toen begon ik tegen mezelf te zeggen dat ik me niet zo moest zeuren: het kan niet allemaal perfect zijn.

Maar toen viel er weer iets voor, waardoor ik het gevoel niet meer kon wegduwen. 

Toen ik me afvroeg welk gevoel er onder die ontevredenheid schuil ging was het frustratie. Frustratie dat er steeds opnieuw dingen voor mij werden bepaald. Zonder overleg vooraf.

Er werden verschillende waardes van mij geraakt. Rechtvaardigheid, samen tot een oplossing komen, autonomie.  Er werd niet aan die waardes voldaan. Ik merkte dat vooral het gebrek aan autonomie me dwarszat. Ik ben blijkbaar niet voor niets zelfstandig ondernemer geworden 😉

Ik zag ook in, dat hier geen verandering in zou komen. De loondienstconstructie en de grootte van het instituut zouden mij nooit de autonomie kunnen bieden die ik wens. Ik heb mijn contract dan ook opgezegd.

Dit is geen oproep om je baan op te zeggen als het je ergens niet bevalt!

Maar wel om je een nieuwe kijk te geven op lastige emoties. Om er bij stil te staan. En je af te vragen wat deze gevoelens je willen zeggen. Ze zijn er niet om je te pesten of het leven moeilijk te maken, maar om je iets duidelijk te maken.

Elke vorm van stress is altijd een teken dat er iets aan de hand is dat ons aan het hart gaat. Zoals Steven Hayes (een van de bedenkers van ACT, Acceptance & Commitment Therapy) zegt:

We care where we hurt and we hurt where we care

Met andere woorden onaangename emoties brengen je dichter bij je behoeftes, verlangens en waarden. Het is heel handig om die te weten.

Emotie komt van het Latijnse woord emovere of exmovere: in beweging brengen. Emoties helpen je om in actie te komen om je doelen te bereiken en om een zinvol, gelukkig leven te leiden.

1. Wat voor lastige, onaangename gevoelens ervaar jij op dit moment?
Onrust, onmacht, verdriet, frustratie, twijfel, eenzaamheid, of iets anders?

2. Waar zou je je niet druk om moeten maken om dit niet te voelen? Hier geen last van te hebben?
Is dat onrechtvaardigheid, het welzijn van je kinderen, een goede sfeer op je werkplek, begrip en waardering voor elkaar, …. vul maar in.

3. Kom in beweging: welke kleine stap kun je nu zetten om iets dichter bij jou behoeften en waarden uit te komen?
Kun je even iemand bellen om je hart te luchten en gehoord te worden? Geef je je kind een extra knuffel? Neem je een bosje bloemen mee voor die fijne collega?
Of is er nu eigenlijk toch een grotere stap nodig?

Wil je daar op een positieve, slimme manier mee aan de slag?
Lees dan Veerkracht voor vrouwelijke artsen.

Een voorproefje over ons (te) oude brein in een nieuwe wereld lees je hier.

Word jij wel gehoord?

Word jij wel gehoord?

Mijn vorige blog heeft heel wat reacties opgeroepen!

De meesten vonden het vooral een systeem-probleem of toch op z’n minst een combinatie van systeem en individueel probleem.

Een ander ‘systeem-probleem’ waar wij als vrouwelijke artsen mee te maken hebben is de masculiene (medische) cultuur waarin we leven en dus ook werken.

De medische omgeving is nog steeds masculien in de zin dat ze daadkracht, kennis, competitie, zakelijkheid en resultaten hoog waardeert. Het is een soort apenrots.

Feminiene eigenschappen als empathie, samenwerking, harmonie, collegialiteit en duurzame kwaliteit, die je juist in de zorg zou verwachten, staan lager in de pikorde.

Ondanks dat er zoveel vrouwen werken is de gezondheidszorg nog steeds ‘a man’s world’.

In een coachgesprek met Amy* kwam dit ook aan de orde. Ze werkt als internist in een groot perifeer ziekenhuis.

Ze beschrijft hoe ze de vorige maatschapsvergadering, na lang aarzelen, de indeling van de poli’s ter sprake heeft gebracht. Die staan nu steeds overvol. De spreekuren lopen uit, ze blijft met een berg administratie zitten die nog ergens gedaan moet worden. En ze kan zo niet de kwaliteit van zorg leveren die ze wil.

Daarnaast zetten de assistentes de meer complexe patiënten met veel multimorbiditeit liefst bij haar en haar vrouwelijke collega neer. Ze weten al van tevoren dat deze patiënten anders ontevreden zijn en alsnog bij een andere arts een afspraak willen hebben. Op deze manier is de werklast wel heel erg oneerlijk verdeeld en haar spreekuur loopt nog meer uit.

Een van de mannelijke collega’s keek geïrriteerd op zijn horloge, onderbrak haar verhaal en zei dat ze maar iets aan haar time-management moest gaan doen. Hij liep zelf nooit uit. Bovendien was het toch fijn dat ze eindelijk weer eens wat productie konden draaien na de terugval vorig jaar door Covid. De rest van de maatschap (behalve haar vrouwelijke collega) knikte daarbij instemmend.

Ze was zo verrast door deze reactie dat ze vervolgens haar mond maar heeft gehouden.

Dit is een typisch voorbeeld van botsende feminiene en masculiene waarden.

Vrouwen hebben daar over het algemeen meer last van dan mannen. Zij ervaren vaker dit waardenconflict: het gaat om geld, niet meer om mensen. Ze willen ook graag op een harmonieuze manier samenwerken en aardig gevonden worden. Als ze dan zo bot worden afgekapt klappen ze dicht. Ze weten niet goed hoe ze met deze dominante stijl moeten omgaan.

Ze worden vaker niet gehoord.

Hoe ervaar jij dit in je (werkende) leven?

Word jij wel gehoord?

 

Vrouwen en mannen zijn wel gelijk maar niet hetzelfde. We hoeven ons dan ook niet mannelijk te gaan gedragen. Maar we kunnen naast de Yin ook wel wat Yanggebruiken.

Jezelf (blijven) uitspreken en zorgen dat je gehoord wordt is eng.

Dat vraagt moed.

Daar sta ik ook bij stil in mijn nieuwste boek ‘Veerkracht voor vrouwelijke artsen’, dat eind maart is verschenen.

Hier kun je een stukje uit mijn boek lezen. Het is onderdeel van hoofdstuk 5 ‘Durven’.

Jouw stem is ook belangrijk, dus laat jezelf horen!

* ivm privacy heb ik naam en omstandigheden aangepast.

 

 

Wat te doen als het leven lastig is?

Wat te doen als het leven lastig is?

Het was te verwachten met de oplopende Covidcijfers: we hebben allemaal weer te maken met strengere maatregelen. We mogen niet meer naar een restaurant, we mogen minder mensen thuis ontvangen en sporten in teamverband en competities zijn stilgelegd. Vanavond is er weer persconferentie waarin mogelijk nog strengere maatregelen worden aangekondigd.

Ik merk dat ik me af en toe heel gefrustreerd voel dat een aantal mensen zich toch niet aan de regels houdt. En zelfs met een bewezen infectie naar het werk gaat of op bezoek bij anderen! Ik geloof dat als we ons allemaal strikt aan de regels zouden houden deze ‘halve lockdown’ niet nodig zou zijn (met alle faillissementen, banenverlies, polarisatie, onzekerheid en eenzaamheid van dien) en de zorg niet zo onder druk zou komen te staan. (En het lukt mijzelf ook niet altijd om me aan de regels te houden…)

Maar hoe andere mensen zich gedragen
is niet binnen mijn controle

We maken ons vaak vooral druk over zaken die helemaal niet binnen onze controle zijn. Zoals bijvoorbeeld Karin*, dermatoloog, die moeite heeft met twee collega’s die weinig empathisch zijn en niet begrijpen dat zij graag meer spreekuurtijd wil. Of net zoals Eefje*, internist en herstellende van een burn-out wiens moeder Covid kreeg en overleed. Ze was heel boos dat ze haar moeder in eerste instantie niet mocht bezoeken. Of Christa*, psychiater, bij wie begin dit jaar tijdens het bevolkingsonderzoek borstkanker werd ontdekt en die maar moe blijft na de behandeling.

* in het kader van privacy zijn de namen aangepast

Dat kost heel veel energie en levert eigenlijk niets op. Karin zou het liefst haar collega’s willen overtuigen van haar standpunt en zorgen dat zij ook meer tijd en aandacht aan de patient (en aan collega’s die het moeilijk hebben) besteden. Ze doet haar uiterste best en heeft het al op verschillende manieren geprobeerd, maar er verandert niets. Je kunt de ander nu eenmaal niet veranderen.

Eefje was in verband met haar ziekte nog niet aan het werk en zat zich thuis boos te maken op het verpleeghuis en het kabinet dat geen bezoek toeliet. Ze bleef maar mopperen en klagen tegen iedereen die het horen wilde. Aan de situatie veranderde dat niets.

Christa was ook boos. Vooral op haar lichaam, dat niet deed wat zij wilde. Ze voelde zich schuldig ten opzichte van haar collega’s, haar gezin, haar vriendinnen, omdat ze er niet voor hen kon zijn. Het veranderde niets aan haar fysieke conditie. Integendeel, ze werd alleen maar vermoeider en somberder.

Het is veel behulpzamer om te focussen
op de zaken waar je wel invloed op hebt.

 

Zodra je je focus verlegt op dingen waar je wel invloed op hebt kan de cirkel van invloed zich uitbreiden. Dat geeft een goed gevoel. Je voelt je kalmer en meer ‘in control’.

Door samen van een afstand naar de situatie te kijken zag Karin dat haar waarden verschillen dan die van haar twee collega’s. Toen ze eenmaal inzag dat het veranderen van haar collega’s onmogelijk was ging ze zich richten op wat er wel mogelijk was. Ze zocht vaker het contact met haar meer empathische collega’s en ze besloot naast haar werk een opleiding ‘dieet en dermatologie’ te gaan doen. Dat gaf veel voldoening: zo kan ze haar patiënten nog beter helpen.

Eefje had veel aan een zelfcompassietraining. Ze was daardoor beter in staat haar gevoelens te herkennen en erkennen. Ze zag in dat onder haar boosheid eigenlijk een groot verdriet zat. Ze kon zichzelf beter toestaan verdrietig te zijn over haar burn-out en het gemis van haar moeder en wat vriendelijker voor zichzelf zijn.

Christa had echt tijd nodig om te accepteren dat vermoeidheid na kanker heel veel voorkomt. Ook bij sterke, stoere artsen, die vinden dat ze alles aan moeten kunnen. Haar innerlijke criticus (en eigenlijk een hele ‘boardroom’) was heel sterk en liet haar voortdurend weten hoe slap ze was en dat ze zich niet zo moest aanstellen. Stukje bij beetje en met vallen en opstaan, lukte het haar om beter naar haar lichaam te gaan luisteren. Haar activiteiten af te stemmen op wat haar lichaam aankon. En het moeilijkste van alles: zich minder schuldig te gaan voelen.

Als het leven lastig is stel jezelf dan de vraag:

    • waar heb ik nu wel invloed op?
    • wat is wel binnen mijn controle?
    • wat is er nu mogelijk?
    • waar kan ik beter voor mezelf zorgen?
    • met wie is het fijn om nu contact te hebben?
    • hoe kan ik vriendelijker voor mezelf zijn?