Ik lijk Siri wel!

Ik lijk Siri wel!

‘Ik lijk Siri wel!’

Deze uitspraak hoorde ik vorige week van een vrouwelijke dokter.

‘Mensen willen voortdurend iets aan mij vragen, iets van mij weten. Of ze willen dat ik dingen voor hen regel. Assistentes storen mij de hele tijd tijdens mijn spreekuur. Patiënten zijn sinds de hele Corona-crisis veel meer wantrouwend ten aanzien van de medische wetenschap. Ik moet veel meer uitleggen. En als ze niet vanwege de lange wachtlijsten en inhaalzorg niet snel terecht kunnen voor een afspraak vragen ze mij om te bellen: ‘als u zelf belt, dokter, dan is het zo geregeld.’

Thuis gaat het net zo. Mijn kinderen vragen waar hun favoriete shirt of hun sporttas is gebleven. Mijn man vraagt wanneer we ook alweer op vakantie gaan en gaat er vanuit dat ik de kaartjes voor de schouwburg regel nu dat weer kan. Ik word gek van al dat gezeur aan mijn hoofd!’

Voel jij ook soms een soort Siri (of Alexa, of Google-assistant of Bixby)? Zo’n ingebouwde persoonlijke assistent die altijd beschikbaar is, op (bijna) alles antwoord weet, die het leven van de gebruiker makkelijker wil maken en waar je maar tegen hoeft te roepen?

Of ben jij meer een duizenddingendoekje?

Zo’n doekje dat je overal voor kunt gebruiken. Stof afnemen, aanrecht schoonmaken, vlekken verwijderen, ramen streeploos wassen, kruimels bij elkaar vegen, afdrogen, snoetjes poetsen, billen afvegen en ga zo maar door.

Zo’n doekje dat alle problemen wegveegt als stof op een vensterbank. Die begrip heeft voor elk standpunt. Die zonder morren elke opdracht uitvoert. Die het ‘vuile werk’ opknapt, dat lastige gesprek nog wel even doet. Die extra taak, die niemand wil, nog wel op zich neemt en ga zo maar door.

Hoe komt het dat jij je Siri of een duizenddingendoekje voelt???

Ten eerste omdat je gewoon echt goed bent in een aantal dingen!
Je bent slim. Je weet veel. Je bent gestructureerd. Je hebt overzicht. Je weet in hectische situaties je hoofd koel te houden. Je bent lekker praktisch en weet hoe je snel en handig dingen kunt regelen. Je bent goed met mensen. Je weet wat ze nodig hebben. Je blijft geduldig en kalm. Je bent vriendelijk en behulpzaam.

En ten tweede omdat je bent doorgeschoten in je talenten.
Je voelt je (over-)verantwoordelijk voor de gang van zaken en de mensen om je heen. Je bent (te) zorgzaam voor je patiënten, collega’s, naasten, maar niet voor jezelf. Je wilt alles (te) goed doen. Je wilt iedereen te vriend houden en je stelt geen grenzen.

Je vindt het vanzelfsprekend dat je dit allemaal doet (en je omgeving inmiddels ook). Je weigert nooit eens dienst als vraagbaak, probleemoplosser, regelaar.

En je hebt er ook last van: je voelt je moe, gefrustreerd, ontevreden, overbelast en ondergewaardeerd.

Wat kun je hieraan doen?

1. Waar gedraag jij je als Siri of Duizenddingendoekje?
Sta eens even stil bij de situaties waarin dit gebeurt. Schrijf dat eens voor jezelf op. En ook wat de gevolgen daarvan zijn: voor jou en voor je omgeving.

2. Wat heb jij nodig om het anders te gaan doen?
Wat heb je nodig van een ander? Wat heb je nodig van jezelf? Geef om jezelf en geef jezelf toestemming om keuzes te maken in wat je wel en niet doet.

3. Begin met een eerste kleine stap.
Kies een gebied of situatie waarin je vanaf nu anders gaat reageren. Zeg bijvoorbeeld ‘ik weet het niet’ als je kind vraagt waar zijn hockeystick is gebleven (ook al weet je het wel). Zeg ‘dan kan ik niet’, tegen een extra vergadering op je werk (ook al kun je wel). Zeg ‘dat gaat nu niet’ als iemand je vraagt iets te doen (ook al kun jij het slimmer en sneller dan die ander).

Wat te doen als het leven lastig is?

Wat te doen als het leven lastig is?

Het was te verwachten met de oplopende Covidcijfers: we hebben allemaal weer te maken met strengere maatregelen. We mogen niet meer naar een restaurant, we mogen minder mensen thuis ontvangen en sporten in teamverband en competities zijn stilgelegd. Vanavond is er weer persconferentie waarin mogelijk nog strengere maatregelen worden aangekondigd.

Ik merk dat ik me af en toe heel gefrustreerd voel dat een aantal mensen zich toch niet aan de regels houdt. En zelfs met een bewezen infectie naar het werk gaat of op bezoek bij anderen! Ik geloof dat als we ons allemaal strikt aan de regels zouden houden deze ‘halve lockdown’ niet nodig zou zijn (met alle faillissementen, banenverlies, polarisatie, onzekerheid en eenzaamheid van dien) en de zorg niet zo onder druk zou komen te staan. (En het lukt mijzelf ook niet altijd om me aan de regels te houden…)

Maar hoe andere mensen zich gedragen
is niet binnen mijn controle

We maken ons vaak vooral druk over zaken die helemaal niet binnen onze controle zijn. Zoals bijvoorbeeld Karin*, dermatoloog, die moeite heeft met twee collega’s die weinig empathisch zijn en niet begrijpen dat zij graag meer spreekuurtijd wil. Of net zoals Eefje*, internist en herstellende van een burn-out wiens moeder Covid kreeg en overleed. Ze was heel boos dat ze haar moeder in eerste instantie niet mocht bezoeken. Of Christa*, psychiater, bij wie begin dit jaar tijdens het bevolkingsonderzoek borstkanker werd ontdekt en die maar moe blijft na de behandeling.

* in het kader van privacy zijn de namen aangepast

Dat kost heel veel energie en levert eigenlijk niets op. Karin zou het liefst haar collega’s willen overtuigen van haar standpunt en zorgen dat zij ook meer tijd en aandacht aan de patient (en aan collega’s die het moeilijk hebben) besteden. Ze doet haar uiterste best en heeft het al op verschillende manieren geprobeerd, maar er verandert niets. Je kunt de ander nu eenmaal niet veranderen.

Eefje was in verband met haar ziekte nog niet aan het werk en zat zich thuis boos te maken op het verpleeghuis en het kabinet dat geen bezoek toeliet. Ze bleef maar mopperen en klagen tegen iedereen die het horen wilde. Aan de situatie veranderde dat niets.

Christa was ook boos. Vooral op haar lichaam, dat niet deed wat zij wilde. Ze voelde zich schuldig ten opzichte van haar collega’s, haar gezin, haar vriendinnen, omdat ze er niet voor hen kon zijn. Het veranderde niets aan haar fysieke conditie. Integendeel, ze werd alleen maar vermoeider en somberder.

Het is veel behulpzamer om te focussen
op de zaken waar je wel invloed op hebt.

 

Zodra je je focus verlegt op dingen waar je wel invloed op hebt kan de cirkel van invloed zich uitbreiden. Dat geeft een goed gevoel. Je voelt je kalmer en meer ‘in control’.

Door samen van een afstand naar de situatie te kijken zag Karin dat haar waarden verschillen dan die van haar twee collega’s. Toen ze eenmaal inzag dat het veranderen van haar collega’s onmogelijk was ging ze zich richten op wat er wel mogelijk was. Ze zocht vaker het contact met haar meer empathische collega’s en ze besloot naast haar werk een opleiding ‘dieet en dermatologie’ te gaan doen. Dat gaf veel voldoening: zo kan ze haar patiënten nog beter helpen.

Eefje had veel aan een zelfcompassietraining. Ze was daardoor beter in staat haar gevoelens te herkennen en erkennen. Ze zag in dat onder haar boosheid eigenlijk een groot verdriet zat. Ze kon zichzelf beter toestaan verdrietig te zijn over haar burn-out en het gemis van haar moeder en wat vriendelijker voor zichzelf zijn.

Christa had echt tijd nodig om te accepteren dat vermoeidheid na kanker heel veel voorkomt. Ook bij sterke, stoere artsen, die vinden dat ze alles aan moeten kunnen. Haar innerlijke criticus (en eigenlijk een hele ‘boardroom’) was heel sterk en liet haar voortdurend weten hoe slap ze was en dat ze zich niet zo moest aanstellen. Stukje bij beetje en met vallen en opstaan, lukte het haar om beter naar haar lichaam te gaan luisteren. Haar activiteiten af te stemmen op wat haar lichaam aankon. En het moeilijkste van alles: zich minder schuldig te gaan voelen.

Als het leven lastig is stel jezelf dan de vraag:

    • waar heb ik nu wel invloed op?
    • wat is wel binnen mijn controle?
    • wat is er nu mogelijk?
    • waar kan ik beter voor mezelf zorgen?
    • met wie is het fijn om nu contact te hebben?
    • hoe kan ik vriendelijker voor mezelf zijn?